Treingesprekken
Politiek
(intercity tussen Rotterdam en Roosendaal)
‘…dat lijkt me te politiek, ik zou dat niet zo zeggen. Snap je? Dan gaat Financiën in de remmen of in de tegenaanval, dat is nog erger. Een beetje temperen die termen…’
‘…’
‘Ja, precies, dat geeft wat inkleuring, dan heb je een begin…’
‘…’
‘Ja, exact, een omweg blijkt achteraf meestal de kortste…’
Rot
(intercity tussen Den Bosch en Utrecht)
‘Weet je, de wereld is zo rot als een spons. Absurd ze willen allemaal op hun dertigste binnen zijn. Ja echt rot…’
‘Het is niet als een spons, maar als een mispel. Het is zo rot als een mispel, zo zeg je dat.’
‘O ja, daar kon ik even niet opkomen. Wat is dat eigenlijk?’
‘Wat?
‘Een mispel.’
‘Eh, dat weet ik even niet, maar het moet wel rot zijn.’
In de verdediging
(intercity tussen Utrecht en Den Haag)
Man met laptop op schoot telefoneert.
‘Dat is een kwestie van even een eye-opener geven, in de meeste gevallen worden ze dan alert.’
‘… ‘
‘In de meeste gevallen, zei ik…’
‘… ‘
‘Wat zeg je?’
‘… ‘
‘Dank je wel voor de feedback. Ik zie het anders weliswaar, maar toch bedankt…’
‘… ‘
‘Wat?’
‘… ‘
‘Nee nee, zeker niet, dat is jouw interpretatie…’
‘… ‘
‘Hoezo, altijd in de ver-de-di-ging!?’
Vrijheid van meningsuiting
(intercity tussen Nijmegen en Utrecht)
Man met luide stem komt binnen in de 1e klasse. Vrouw volgt hem. Zij praat zacht, ik kan haar niet verstaan. Ze gaan zitten buiten mijn blikveld. Er zijn geen andere reizigers in de coupee.
‘Hij moet beslist in de City gaan werken, maar kiest nu voor een vestiging op Kanaleneiland. Dan is hij niet goed bezig. Hij heeft toch Spaans en Engels? Dan moet je in de City gaan werken, gewoon een kwestie van loopbaanplanning. Wie heeft er nou ooit van Kanaleneiland gehoord.’
‘…’
‘Neem Jan, die is naar de States gegaan en niet naar de Botlek. Ik kan je zo vertellen dat dit een goede keus is. Shell staat weliswaar wat lager in het dividend, maar ik kan je zo vertellen: je krijgt een stijging van de koers en dan zit-ie goed. Gebeiteld zit-ie dan.’
‘…’
‘Opereren? Dat lijkt me niet! Heb ik al twee keer tegen hem gezegd, maar dan houdt het op. Toch? Hij is niet veel gewend, dat kan ik je zo vertellen. Gelukkig dat we hier niet in een stilte-coupee zitten.’
‘…, …’
‘Nee, niet doen dan zit je op de onderste functie, te laag in de pikorde. Dan gaan allemaal anderen met minder opleiding tegen je lopen schreeuwen. Niet doen dus. Je hebt ongelijk. Niet doen!! Kies dan voor Barcelona, daar zitten alle Russen al, daar heb je zeker toekomst.’
‘…’
‘Vrijwilligerswerk?! Je moet nooit als vrijwilliger gaan werken. Dan krijg je een gezagsverhouding met een MBO-er en gaat iemand die dommer is dan jij tegen jou commando’s lopen brullen. Dan kan je beter het huis gaan soppen…of promoveren. Maar nooit vrijwilligers werk gaan doen! Nooit…!!
Ik sta op, loop naar de man toe.
‘Meneer het is hier wel geen stilte-coupee, maar kan het wat zachter alstublieft.’
‘Zachter!? Zachter…!!? We hebben hier toch god-ver-dom-me vrijheid van meningsuiting!!’
Hij kijkt mij niet aan.
Kievit
(intercity tussen Gouda en Woerden)
‘Dames en heren, we rijden langzamer in verband met een verlate stoptrein voor ons. Excuses voor dit ongemak.’
‘Dus pap, iedereen heeft die trein verlaten, behalve de machinist want zonder hem kan die niet voor ons rijden. Toch?’
‘De trein is niet verlaten, maar hij is verlaat, dat is iets anders, het heet eigenlijk vertraagd’, zegt de vader, ‘een trein die verlaten is, is leeg.’
‘Dus een verlaten trein kan nooit verlaat zijn, pap? Want als hij toch leeg is, hoeft hij nergens naar toe. Toch pap, dan heeft te vroeg of te laat geen zin, toch?’
‘Eh…’
‘Maar pap, hoe kan een stoptrein eigenlijk rijden, als deze trein waar wij nu inzitten straks stilstaat is het toch ook een trein die stopt, toch pap?’
‘Kijk een kievit,’ roept de vader.
Rust in de tent
(Intercity tussen Dordrecht en Breda)
Vrouw: ‘Als je op de controle wacht en er klaar voor bent, dan komen ze niet.’
Man: ‘Ja, andersom is dat ook zo.’
Man2: ‘Ja, normaal neem ik de auto maar vijfentwintig jaar geleden ben ik mijn rijbewijs drie dagen kwijtgeraakt en vanaf dat moment reis ik met de trein, maar normaal neem ik altijd de auto.’
Vrouw: ‘Ik reis graag met de trein vooral in de eerste klasse. Die mannen daar zouden dat Italianen zijn?’
Man: ‘Misschien. Buitenlanders dat kan ook. Wat doen ze eigenlijk in de eerste klasse?’
Man2: ‘Ze zitten fout.’
Vrouw: ‘Ja ze zitten fout, denk ik. Zo te zien zitten ze fout.’
Man: ‘Misschien zal zo de conducteur komen, dan zien we wel.’
Vrouw: ‘Ja wat ik zei, ik zit er klaar voor. Wat duurt dat lang.’
Man2: ‘Ik weet het zeker, ze zitten fout.’
Conducteur: ‘Goedemorgen, dames en heren!’
Vrouw: ‘Zie je nou, ik zat er net niet aan te denken en dan komt hij.’
Man: ‘Ja, andersom is dat ook zo.’
Conducteur: ‘Excuus, hierbij Lage Zwaluwe moet ik altijd even gaan zitten, daar schommelt die ontzettend, ik ben een keer gevallen…’
Vrouw: ‘Ja, erg is dat, dat schommelen, jij hebt het bij Goes een keer gehad…’
Man: ‘Stil nu maar, dat hoeft toch niet iedereen…’
(Conducteur loopt verder en wijst de Italianen er vriendelijk op dat ze naar de tweede klasse moeten verhuizen).
Man2: ‘Ik wist het wel. Ze zaten fout.’
Vrouw: ‘Zo, nu kan ik eindelijk mijn boterhammetje opeten.’
Man2: ‘Ik zag het gelijk, die zitten fout.’
Vrouw: ‘Gelukkig maar. Rust in de tent.’