Breedtegraad 52.11

Aan de Oder
(fragment)

Voordat ik Polen inrij kies ik een plek om de Oder wat te verkennen en sta nu in Alt Sechsdorf vlakbij Frankfurt aan de rivier. Een plek met uitzicht op een meer, de Oder verandert vanaf hier langzaam in een delta die uitmondt in de Oostzee op de grens. Ik was daar eerder, in 2007. Als je daar een auto nodig had, nam je aan de Duitse kant een taxi en stond er aan de Poolse kant een paard en wagen voor je klaar.
Naast mijn camper stapt een man van zijn tractor waarvan niet alleen de buitenkant maar ook het motorblok glimmend is gepoetst. Daarachter een pipowagen met gordijntjes voor de ramen en aan de achterdeur een opklaptrappetje. Een welbespraakte man, dat woord is wat te netjes, want nu hij eenmaal begonnen is, weet ik niet hoe ik hem moet stoppen. Hij is groot en vierkant. Zijn vrouw stapt uit de pipowagen, ze heeft iets van een lilliputter, maar ook helemaal in het vierkant. Even denk ik dat dit echtpaar onderweg het reizend theatergezelschap ‘Mit Spasz die Oder entlang’ waarvan ze deel uitmaakten, zijn kwijtgeraakt.De vrouw vertelt dat ze hier in Pruisen geboren is, net al haar moeder, ja ook hier in Pruisen, herhaalt ze. En dat haar moeder hulp in de huishouding was bij een baron, een op het oog afstandelijke man, die toch heel menselijk was en geen onderscheid maakte tussen mensen: of je nou een jood, een Rus of een nazi was, hij gaf je eten en onderdak.Ik heb nog maar net mijn camper neergezet, en sta gelijk weer ín de Europese geschiedenis.
De man klopt op het enorme achterwiel van zijn tractor, zoals je dat bij een hond doet die je dierbaar is.
‘Diesel meneer,’ zegt hij, ‘heeft een natuurlijk parfum, het is op geen enkele manier vervuilend, alles zou op diesel moeten rijden, dan hadden we geen klimaatprobleem.

Beluister hier de podcast op Elders literair.