Oorlogstaal

 

Taal schiet altijd te kort. De politicus weet dit als geen ander en heeft er zijn vak van gemaakt om dit euvel te verdoezelen. Hoe groter ons verdriet en onze schrik over wat is aangericht, des te grootser moet het antwoord van de taal zijn, meent de politicus.
De taal van president Hollande vertegenwoordigt niet in eerste instantie een gemoedstoestand maar beoogt vooral een effect. De taal moet aankomen, raken. Net als Bush dat deed na 9/11. We moeten laten zien dat we ferm zijn. Ik verklaar de oorlog! We jagen ze op… Van deze taal worden de mensen rustig want de indruk wordt gewekt dat we alles nog in de hand hebben.
Stel dat president Hollande ‘vrede!’ had geroepen en ‘we moeten meer de wijken in want waar armoe is, is er een kiem voor terrorisme.’ En stel dat hij dit gezegd had met tranen in zijn ogen. De partij van Marie le Pen zou in de nacht van 13 op 14 oktober verdriedubbeld zijn.
Taal blijkt de sluier die hangt voor wat we werkelijk bedoelen. De taal van de president is een afleidingsmanoeuvre. Misschien kan hij niet anders.

In de periode dat we nog als halve dieren leefden was er nog geen taal, wel was er ritme en melodie. Nu worden er mensen, niet alleen in Parijs maar ook in Bagdad en Beiroet, belaagd en gedood door halve dieren. Ten oorlog roepen we als antwoord. Misschien is het beter te gaan zingen. Zacht, mooi, samen. Niet schreeuwen en geen strijdliederen svp.