Breedtegraad 52.11

Station Wannsee
(fragment)

 

Vlak voor Berlijn moet de trein vol in de remmen, de geur van roestig ijzer.
De camper staat met een probleempje in een garage bij Wolfsburg, een stad die zelf op een garage lijkt. Ik ben onderweg naar Potsdam, iets ten noorden van breedtegraad 52.11. In Berlijn stap ik over op de trein naar Zossen, een vreemde naam zonder houvast, daar word je al reizend wat onzeker van. Geef mij maar Broek op Langedijk, je ziet vanzelf een lange weg naast een strook water. Of Leipzig, alleen al die nadrukkelijke klank Leip Zig met die harde overgang van de ‘p’ naar de ‘z’ , duidelijker kan het niet.
We naderen station Wannsee, ik heb deze reis al eerder gemaakt en ben toen bij Wannsee uitgestapt. Meerdere keren ben ik hier geweest, heb over deze plek notitieboekjes volgeschreven, over dit vreemde gebied tussen rails en autoweg afgewisseld met berkenbomenbosjes waar de lage mist nooit optrekt. En dan weer een weg en rails met af en toe daartussen een verdwaald vakantiehuisje, verwaarloosd meestal, neergezet in een tijd dat alles nog overzichtelijk was. Een tweede huisje net buiten de rand van de, toen nog niet opdringerige, stad. Het enige dat op deze plek tussen al het verkeer tot rust komt is opgewaaid straatvuil tegen een heg die ooit als afscheiding gediend heeft.

Ben ik wel hier meerdere keren geweest? Heb ik hier zo vaak over geschreven? In mijn digitale archief van iCloud, waarvan ik nooit begrijp hoe dat werkt, vind ik alleen de fragmenten van een verhaal dat niet is afgemaakt, terwijl ik in mijn herinnering minstens drie hoofdstukken van een roman over Wannsee heb vol geschreven. Iets wat heel veel indruk maakt, eist in onze geest een grote plek op, rustige ordening lijkt niet mogelijk. Je hoofd raakt er vol van, zoiets moet het zijn.
De trein remt af, de rococo-achtige slanke pilaren waarop de overkapping van het stationnetje rust verwijst naar een tijd dat het nog niet begonnen was. Nu de trein stilstaat – op het stationnetje beweegt er niets – moet ik me inhouden om niet weer naar die villa te gaan, ellende heeft klaarblijkelijk een grote aantrekkingskracht. Ik wil hier nóóit meer uitstappen, neem ik mij voor en noteer in mijn notitieboekje: ‘mijn verhouding met Duitsland is ergens tussen Berlijn en Wannsee inniger geworden, maar vraag mij niet waarom.’
Mooi woord is dat: inniger. Zacht en diep tegelijkertijd. Intiem. In het Duits is het ook ‘innig’.
Luister hier naar de 14e aflevering Station Wannsee van Breedtegraad 52.11.