Breedtegraad 52.11

 

De pop
(fragment)

Het zou een wandelgids voor Warschau kunnen zijn, de roman De pop van Boleslaw Prus (1847-1912). Ik zou ondernemer Wokulski kunnen volgen, een kijkje nemen in zijn winkel, meeleven met zijn ziekelijke verliefdheid op de adelijke Izabela Lecka. Het boek – dat in 1890 eerst als feuilleton in een Warschauwse krant verscheen – is overigens geen liefdesgeschiedenis, maar een metafoor voor een samenleving die vastgelopen is – na een oorlog met Rusland was de nationale trots verdwenen –, het einde van de adel en de beklemmende bourgeoisie kondigt zich aan. Zelden zo’n heerlijk boek gelezen. Wij hebben de Max Havelaar, wordt wel gezegd, de Polen hebben De Pop. Iedereen in Warschau kende Stanislaw Wokulski, het werd een man van vlees en bloed. Zijn winkel, alsof die realiteit was en geen fictie, werd met een gedenksteen geëerd. Iedereen leefde mee met hem mee. Ach, zeiden ze, heb je het gelezen? Hij trapt in de val van die Izabela, terwijl die dame nog niet eens haar val heeft uitgezet. Wat is de menselijke ziel toch een chaotisch ding, zei de een, en ja, wat een raffinement bezit de mens toch, zei een ander, we lopen met open ogen ons noodlot tegemoet.

Ik ga op zoek naar zijn winkel aan de Krakowski Przedmiescie. Moet ik die lange brede straat nemen in de richting van de Oude Stad? Ik zie een gedenksteen, even later weer zo een. Loop ik de verkeerde kant op? Schoolklassen en juffen passeren, het paleis wordt zwaar bewaakt door mannen in zwarte uniformen met handboeien, de holster van een wapen en nog andere enge voorwerpen aan hun riem. De zon breekt door.
Onverwacht ben ik op de Markt, een kleine kopie van die uit Poznan, Wismar of Stralsund, de voorzichtige pastelkleuren, niet opdringerig, geven me een gevoel van herkenning. Waar je iets herkent, voel je je thuis.

Beluister de podcast hier.